Als je als bedrijf investeert in de gezondheid van je mensen, is de vraag die als eerste wordt gesteld: Wat kost het? Vanuit omdenken kan je de vraag ook anders framen: Wat levert het op? Inmiddels zien we dat de opbrengsten zeer divers zijn. Niet alleen wordt er winst geboekt op gezondheid en daalt de zorgconsumptie. Onder andere zien we dat mensen beter inzetbaar zijn en het werkvermogen verbetert. Er zijn ook indirecte effecten, zoals bijvoorbeeld op het imago van je bedrijf. Of op employer branding en daarmee aantrekkingskracht op de arbeidsmarkt. De algemene aandacht voor gezondheid binnen een bedrijf heeft ook een positief effect op de medewerkerstevredenheid. En dit is zomaar een (onvolledige) greep uit de impact van aandacht voor gezondheid.

Investeren in gezondheid voor meerdere partijen van belang

De investeringen in gezondheid en inzetbaarheid zijn voor een aantal bedrijven een secundaire arbeidsvoorwaarde die niet meer is weg te denken. Dat is goed voor het bedrijf en de mensen die er werken. Maar komen de verdiensten wel tegoed aan het bedrijf die de investeringen doet, of moeten de opbrengsten ongemerkt gedeeld worden met andere partijen die voordeel hebben bij een verbeterde gezondheid en inzetbaarheid? 

Vandaar de vraag: ‘Voor wie levert investeren in gezondheid op?’.  Er is namelijk een aantal partijen die een direct belang hebben en financieel voordeel, maar relatief onder de radar blijven. In mijn opinie is betrokkenheid van die partijen essentieel vanuit de gedachte: ere wie ere toekomt. Maar ook om het vliegwiel waarbij meer bedrijven gaan investeren in hun mensen, sneller te laten draaien. Ik onderscheid vier partijen die een belang hebben:

  • De werkgever
  • De zorg- en inkomensverzekeraar
  • Wet- en regelgeving
  • De overheid

De werkgever

De meerwaarde voor de werkgever is in de introductie al enigszins benoemd. Er valt nog veel meer te vertellen over de meerwaarde van gezondheidsinvesteringen. Gelukkig raakt hier steeds meer over bekend met goed onderbouwde artikelen. Een zekerheid hierbij is, dat investeren in gezondheid loont.

De zorgverzekeraar

Wanneer mensen gezonder gaan leven gaan ze minder vaak naar de dokter;de zorgconsumptie daalt. Dat betekent dat bij eenzelfde premie inleg, de verzekeraar met minder kosten een beter resultaat op de balans boekt.  Dat biedt mogelijkheden om in de samenwerking met de verzekeraar afspraken te maken om de tegoeden opnieuw te investeren in het optimaliseren van gezondheid; de creatie van een vliegwiel. Helaas kan deze constructie niet toegepast worden, omdat er allerlei regelgeving is die dit belet. Verzekeraars zijn bijvoorbeeld verplicht, via de zogenaamde vereveningssystematiek, de meeropbrengsten te verevenen met die verzekeraars die bijvoorbeeld een negatief jaarsaldo hebben. De overheid legt deze regels vast. Er liggen veel kansen om bijvoorbeeld voor verevening een deel van de opbrengsten te verrekenen met de werkgever die de opbrengst mede gerealiseerd heeft. Bijvoorbeeld door fiscale incentives. Hierdoor kan een financiële impuls ontstaan die het vliegwiel van verbeterde gezondheid een extra zetje geeft. Maar dan moeten we wel de regelgeving aanpassen, ten dienste van gezondheidsverbetering.

Wet- en regelgeving

Er zijn diverse partijen die je kan scharen onder deze paraplu, die we voor het gemak even Wet en regelgeving hebben genoemd. Denk bijvoorbeeld aan inkomensverzekeraars, verzuimverzekeraars, of uitvoerders van de wetgeving zoals het UWV, of Activasz (een private uitvoerder van de ZW en WGA). Een gezondere workforce heeft een positieve invloed op het verlagen van de instroom in de arbeidsongeschiktheidsregelingen, zoals WIA en IVA. Deze regelingen zijn bedoeld om mensen die langdurig arbeidsongeschikt zijn, te helpen met terugkeer naar passend werk en een uitkering. Mijn ervaring leert dat langdurig uitval is te beïnvloeden en zelfs te voorkomen. 

Dit gaat echter niet vanzelf. Dat vraagt aandacht van leiderschap, voor de processen en systemen en aandacht voor het goed naleven van de regels. Maar het vraagt ook investeringen van het bedrijf in tijd, geld en middelen en dat geldt zeker ook voor de medewerker zelf. 

Door deze integrale inspanning is het mogelijk om de instroom in de WIA naar 0 te reduceren. Het resultaat is lagere kosten voor het bedrijf. Bijvoorbeeld in een lager percentage van de werkhervattingskas (WhK) van het UWV. Of een lagere premie bij de inkomensverzekeraar. En wanneer een bedrijf eigenrisicodrager is zonder herverzekering (wat binnen de mogelijkheden ligt als de instroom nagenoeg nul is), dan zijn de opbrengsten nog hoger. Maar reken jezelf niet te snel rijk, want je kan niet zomaar beschikken over die gelden voor bijvoorbeeld herinvestering in verdere inzetbaarheidsbeleid. Er is namelijk een beperking vanwege fiscale en accountancy regels. Ook hier bepaalt de overheid de regels. 

De overheid

De overheid speelt dus eigenlijk bij alle partijen een grote rol als het gaat om de opbrengsten van gezondere medewerkers. Los daarvan zijn er ook een paar regelingen, waardoor de overheid extra profiteert van de inspanningen van werkgevers. 

Werkkostenregeling

Via de werkkostenregeling (WKR) kan je onbelaste vergoedingen aan je medewerkers geven. De vrije ruimte is maximaal 1,7 procent van de fiscale loonsom tot en met € 400.000 plus 1,18 procent van het restant van die loonsom. Ook als je mensen daar privé voordeel van hebben. (Tijdelijk is door Corona de ruimte vergroot). Deze vrije ruimte zit normaal gesproken al snel vol door reiskosten, kerstpakketten en dergelijke. Dus investeringen die direct bijdragen aan de gezondheid van medewerkers, bijvoorbeeld een gezonde lunch, vallen meestal buiten de WKR. De vergoedingen moeten dan met 80% worden belast. Terwijl de opbrengsten bijdragen aan de doelstellingen van bijvoorbeeld VWS om zorgkosten te verlagen, of SZW om zoveel mogelijk inclusiviteit te realiseren in werk. 

Werkgeversbijdrage zorgverzekering

Een andere voorziening die door de overheid gereguleerd wordt, is de werkgeversbijdrage voor de zorgverzekering. In beginsel maakt dat onze samenleving heel sterk, omdat we door het solidariteitsbeginsel ook voor de mensen zorgen die door ziekte op afstand komen te staan van de samenleving. Er wordt alleen geen onderscheid gemaakt tussen bedrijven die investeren in gezondheid en schadelast verlagen en bedrijven die geen belangstelling hebben voor het investeren in hun mensen. Zij betalen een gelijke werkgeversbijdrage voor de zorg. Misschien kan je zeggen dat de ‘gezonde’ bedrijven betalen voor de schades van bedrijven die hier niet om geven. Terwijl het een prachtige hevel kan zijn om bijvoorbeeld met fiscale incentives het investeren aantrekkelijker te maken of beter mogelijk te maken.

Gezondheids(over)winst dient maatschappelijk doel?

De opbrengsten van investeren in gezondheid zijn enorm en kunnen een factor vier bedragen in ‘return on investment’.  Dat komt vooral omdat er neveneffecten zijn die de gezondheidverbetering een extra impuls geven. Er ontstaat dus een meeropbrengst. Tegelijkertijd ontstaat aan de kostenkant een optimum voor wat betreft de gezondheidsinvesteringen. Simpel gezegd, als je maar lang genoeg investeert, dan zijn op enig moment alle voorwaarden op hun plaats en volstaat onderhoud en handhaven van de investeringen. Winst maken op gezondheid is wellicht ongepast. Met een break even is feitelijk het doel al bereikt. Maar misschien kunnen de winsten ingezet worden voor doelen die een brede maatschappelijk betekenis hebben: bijvoorbeeld het financieren van initiatieven om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in het arbeidsproces te betrekken. 

Overheid heeft sleutel in handen

De overheid speelt in dit alles een sleutelrol. Er is veel bereikt sinds de jaren 90 om de inzet voor werk te vergroten. Diverse wetten, zoals de WIA hebben daaraan bijgedragen. Maar ook bedrijven hebben zich ontwikkeld in de afgelopen decennia en het wordt tijd om nieuwe impulsen in ons systeem aan te brengen. En dat zijn vooral impulsen die niet kijken naar het reduceren van zorgkosten, maar naar het realiseren van gezondheidswinst. Vergroten van veerkracht en belastbaarheid, betekent ook dat mensen fitter ‘for the job’ zijn. En dat is mooi meegenomen met de uitdagingen die we hebben als het gaat om demografische veranderingen, groei van het aantal mensen met een chronische aandoening en de krapte op de arbeidsmarkt. 

De vraag is: hoe kunnen we de overheid meer betrekken? Welke mogelijkheden en kansen, beperkingen en mogelijke oplossingen zie jij? Ik kijk uit naar je reactie.